Werkwijze
Download een afsprakenformulier van http://www.devoorstelling.epn.nl/
Maak op een papiertje een lijst met alle soorten dansen die je zelf kent.
Kies samen met je de leerlingen uit je groep één dans die jullie het meest aanspreekt.
(Kunnen jullie het niet samen eens worden? Gooi er dan een muntje op)
Gekozen? Ga dan nu naar stap 2!
Over dit dansstijl gaan jullie nu een powerpoint-presentatie maken en die ga je aan het eind aan de rest van de klas laten zien. Om een presentatie te geven heb je verschillende dingen nodig:
Plaatjes
Filmpjes
Geluidsfragmenten
en vooral veel INFORMATIE!
Ga nu als eerste zoveel mogelijk informatie verzamelen. Zie “infobronnen” voor handige websites!
Als je je informatie bekijkt, zie je dat dit natuurlijk te veel is om in een powerpoint-presentatie te plakken. Daarom ga je je informatie “verwerken”. Dit betekent dat je je informatie terugbrengt tot een aantal kernpunten.
Je moet over je dans de volgende vragen kunnen beantwoorden:
Waar (uit welk land) komt je dans vandaan?
Hoe is de dans ontstaan? Welk geschiedenis heeft het?
Behoort het tot een “sub-cultuur” (bijv. punk, gabbers enz) en welke eigenschappen heeft die cultuur nog meer?
Zie je deze dans meestal op straat of in een theater?
Welke muziek hoort erbij?
Hoe moet je je bewegen? (Kun je het voordoen?) Vertelt de dans een verhaal of een emotie? Welke?
Zijn er regels gebonden aan hoe je je hoort te bewegen? Zo ja welke?
Horen de vrouwen de dans anders te doen dan de mannen?
Hoort er speciale kleding bij?
Nu pak je de afsprakenformulier die je heb gedownload. Je gaat afspreken wie welke van de bovenstaande punten gaat zoeken. Probeer elke vraag met één zin te beantwoorden. Probeer ook, waar mogelijk, voor elke vraag een bijpassende plaatje, geluidsfragment of videoclipje op internet te vinden.
Nu ga je je dia’s aanmaken in powerpoint.
Maak voor elk van de 9 vragen minstens 1 en maximaal 2 dia’s.
Zorg dat alle geluidsfragmenten, plaatjes enz op de juiste plaats zijn.
Ook voor het samenstellen van je presentatie moet je de afsprakenformulier gebruiken.
Vergeet niet om vaak tussendoor je presentatie op te slaan.
Is je presentatie klaar? Laat hem dan aan je docent zien.
Volg eventuele extra aanwijzingen van je docent op.